Lang geleden heb ik gewerkt bij DIGI. Toen ik daar weg ging, was ik zo boos dat ik ze aan de schandpaal wilde nagelen. Elke tv zender en radiostation mocht het van me uitzenden, als iedereen het maar zou weten.
Nu heb ik een soort van publicatie, en nu doe ik er niets mee. Gisteren hadden we het over vorige baantjes, en toen kwam DIGI ook ter sprake. Dus, het is maar eens tijd om het hier neer te zetten. Het wordt wel lang, geloof ik.
Het was ongeveer in de eerste klas van het MBO, toen ik in “aanraking” kwam met DIGI. Een klasgenoot van me werkte daar. Zijn moeder ook. Via zijn moeder kwam hij aan dit geweldige bijbaantje. Hij was zo enthousiast dat het mij ook wel wat leek. Dus toen er werk over was, omdat hij inmiddels andere taken had gekregen, vroeg hij mij erbij.
DIGI was heel gezellig. We zaten er op kantoor. Dus het was schoon werk. Beetje denk werk. Niet zo’n Deen-baantje waar je de hele dag, zonder te denken, hetzelfde doet. Ik deed elke dag hetzelfde met denken, zeg maar.
In het begin waren mijn werkzaamheden vooral het copyeer werkzaamheden. Voor een Europees marktleider is het behoorlijk zielig, maar de handleidingen werden dus uitgeprint, en daarna gecopyeerd. Per klant, per opdracht.
Die werden geperforeerd en in een map gestopt. En dat ging dan, samen met de machine van wat duizenden guldens, naar de klant. Beetje scharrig, vind ik. Maargoed.
Op kantoor was het net Jiskefet. Olof was elke ochtend te laat. Hoewel hij met de auto kwam, was dit behoorlijk standaard. In de vakantie kwam ik om 9:00 binnen ofzo, en was het standaard Waar is Olof? .. Oh, die is ietsje later zei Jeroen dan.
Het antwoord wist ik natuurlijk al, maar het was gewoon leuk.
Als Olof dan om 9:15 binnen kwam, ging hij als eerste naar de koffie. Z’n cdtje werd op de juiste plek gezet, en de koffiemok ging daar bovenop. Vervolgens ging hij uitgebreid roeren en om zich heen kijken, en informeren hoe de collega’s het de vorige avond gehad hebben.
Nog een kwartier later werd er eens gekeken naar e-mail. Zijn er nog dingen te doen? Ja, die zijn er. Doen we dat straks.
Er was ook een Olaf op onze afdeling. Heel verwarrend, want de meeste wisten het verschil niet. Vaak wisten ze wel dat er verschil *was*, maar niet welke naam bij welk persoon hoorde.
Als er telefoon was, en iemand zat niet op zijn plek, dan werd dit omgeroepen. Alle telefoons waren tegelijkertijd een speaker systeem. De stem van de receptioniste kwam eruit, voorafgegaan door een soort deuntje.
Omdat natuurlijk eerst de telefoon was overgegaan op de plek van Olaf, was de kans groot dat hij werd omgeroepen. Olaf de Haan, was zijn naam. Dus riep Olof al, ongeveer gelijktijdig met de receptioniste Olaf Banaan!.
Zo waren er natuurlijk nog veel meer leuke bijnamen, die ik ondertussen wel vergeten ben. Op lijn 7 had hij ook een leuk deuntje. Lijn zeven, het is mij om het even riep hij dan uit.
Op een dag kwam de chef met wat nieuws aan. Nieuwe voedingen. Indicators (kijk maar op de website wat dat zijn) werder geleverd met een losse voeding. Die nogal lijken op een voeding van een discman, telefoon, of wat dan ook.
Nu was er dus een nieuw type. Goedkoper, stabieler, weet ik veel wat. Die moesten getest worden. Jeroen, die tegenover Olof zat, pakte het cadeautje uit. Hij begon te zwaaien met de voeding alsof het een soort lasso was.
Vang je hem? vroeg hij aan Olof.
Nee nee! Ik vang hem niet hoor! riep hij terug.
Jeroen had er maling aan, en liet hem los op een punt dat hij omhoog zwierde. Olof gaf een zet, en reed aan de kant met zijn bureaustoel. De voeding lande op het bureau, en gleed door zijn snelheid door, op de grond.
Zo, die was getest. De fysieke test was in ieder geval doorstaan.
Tring tring tring tring. De telefoon van Olof ging over, anders dan normaal. Hij sprong op, en spurtte naar buiten.
Koffietijd.
Dat had je binnen no-time geleerd bij DIGI. Als het koffietijd was, werden alle werkzaamheden direct gestaakt, en verzamelde iedereen zich bij ons koffiezetapparaat. Wij waren de enige met een koffiezet apparaat. En koffie. Lekkere koffie. Rood, van Douwe Egberts.
En zo kwam het dat de koffiegroep steeds groter werd, en dat je moest vechten om je tweede bakkie koffie. Er vistten altijd mensen achter het net.
De koffiepauze was ongeveer 3 keer per dag. Bij aankomst. Voor de lunch, en twee keer na de lunch. En tussendoor stond er vaak ook wel koffie, dus je kon wel even langslopen.
Verdeop in het gebouw stonden ook automaten waar je altijd terecht kon.
Leave a Reply