Terwijl van Inkel slap aan het ouwehoeren was, of prijzen aan het weggeven, kwam zij de coupé binnenlopen bij Amsterdam Sloterdijk. Aangenaam verrast keek ik meteen om me heen om te zien waar haar gezelschap was.
Die was er niet.
Puur toevallig kwam ze naast me zitten. Ik herkende haar natuurlijk vrijwel direct. Geen idee of dat wederzijds was. Helaas zat ze niet tegenover me, waar ook ruimte genoeg was.
Al gauw begon ze te frummellen aan wat snoertjes. Ik herkende het driehoekkig witte dingetje. Ze had ook een Nokia, waar deze handsfree set voor geschikt was.
Even later pakte ze e-mails. E-mails met attachments, die blijkbaar doorgelezen moesten worden. E-mails die bij KLM vandaan kwamen. Blijkbaar werkt ze daar, ofzoiets. Zou ze dan toch aangenomen zijn?
Op een gegeven moment zag ik haar tikken. Precies op dezelfde maat als mijn muziek. Waarschijnlijk had ze dezelfde zender op als ik. Een grote glimlach kon ik niet onderdrukken. Een glimlach die ze haast wel gezien moet hebben, en ze moet haast wel geweten hebben waarom ik glimlachde.
Dat was zo’n beetje de enige kans ook verder. Had ze tegenover me gezeten, dan had ik 538? kunnen vragen. Nu was contact bijkans onmogelijk.
Maar okay. Als ik haar zo’n beetje om de twee weken tegen kom in de trein, is dat voor mij een goede reden om voorlopig nog even niet met de motor naar Amsterdam te rijden.
Tot over twee weken, meisje!
Leave a Reply