Pets klonk het. Heel anders dan in de film. Het kleine Marrokaanse of Turkse mannetje had de forse kale blanke man een klap verkocht.

Ik had besloten nog even een bakje yoghurt te nemen voordat ik naar bed ging, gewoon voor de lekker. De rest van mijn groepje waarmee ik in het café zat was waarschijnlijk nog aan het discusseren over bij wie de after party gevierd moest worden. Waarschijnlijk was ik de enige die nog drank in huis had, dus ik was hem vast gesmeerd.

Onder mijn huis kwamen auto’s aangereden en verzamelden twee groepen mensen zich. Ineens hadden die mensen ruzie. Ze schreeuwden naar elkaar en door elkaar, en het ging volgens mij helemaal nergens over.

Toen er ineens pets klonk, en de kale man geslagen was, werd de sfeer al gauw dreigender. Ik ging er eens goed voor zitten. Sensatie, precies onder mijn raam. Als ze niet door elkaar praatte, kon ik ze woordelijk verstaan. De kale man was nu pas echt kwaad, en hij moest en zou het mannetje een paar klappen terug verkopen.

Het leek echter of het mannetje een foutje had gemaakt, en dan hij dat zelf nu ook in zag. Snel rende hij weg, en liep rondjes om de auto. De kale achter zich aan. Toen de kale dacht dat het mannetje binnen slag bereik was roeide hij door de lucht. Toch mis. Opzich een grappig tafereel. Het leek wel Tom & Jerry.

Er waren van beide groepen nogal wat omstanders. Telkens als de vechtende mannen dicht genoeg bij elkaar waren, sprong er wel weer iemand tussen om te voorkomen dat er verder gemept werd. De vrienden van het kleine mannetje wilden ook gaan vechten zodra er iemand in de buurt kwam. Volgens mij hadden ze wel zin in een potje rollebollen over straat.

Maar feitelijk gebeurde er vrij weinig. Ik hoorde telkens “wat is er nou?” en “er is niks man” en “hij begon me zomaar te slaan”. Kortom, niemand wist waarom het ging, maar er moest wel terug geslagen worden.

Nu moest er gauw iets gebeuren, anders was de sensatie over. Gauw de politie bellen. Misschien gaan ze dan nog een beetje tegen elkaar roepen. Van “hij begon” en “niettes, hij sloeg me”. Of misschien keren ze zich allemaal tegen de politie. Je weet het niet?

Dus het niet-alarm nummer van de politie gebeld (0900-8844). Op de achtergrond hoorde de agent van de meldkamer het geroep. Stom als ik was vertelde ik dat het al een beetje rustiger aan het worden was. En zo leek het ook. Er waren al mensen weg gegaan. De groepjes werden steeds kleiner. Maarja, ik had die agent natuurlijk moeten vertellen dat er een grote knokpartij zat aan te komen. Dan schoten ze misschien een beetje op.

De agent zou een politie auto over het Roode Steen sturen. Er waren nu nog een stuk of 8 mensen… vier van elke groep ongeveer. De kale man en de man die hem geslagen had waren er ook nog steeds. Zodra ze dicht bij elkaar in de buurt kwamen, werden ze weer boos op elkaar, en barstte het schouwspel bijna uit in een streetfight.

Helaas. De slager en zijn vriendjes kropen in een klein autootje. Het kleine autootje maakte heel veel toeren, liet toen z’n koppeling los, om zo indrukwekkend mogelijk slingerend weg te rijden. Ik vroeg me af of ze wel nuchter waren. Opzich ook een goede reden voor de politie om die gasten achterna te gaan.

Nog steeds geen politie te bekennen. Ben maar naar bed gegaan. Ik heb nog een kleine tijd scanner geluisterd, vroeger, en daarom weet ik dat dit soort dingen onderaan het prioriteitenlijstje staan. Net zoiets als geluidsoverlast.

Die agenten kwamen dan wel eens 2 of 3 uur na de melding kijken waar de geluidsoverlast was gerapporteert. Nou, wij horen niks hoor, het is stil hier. En dan gingen ze weer. Lekker makkelijk.

Zo zal dit ook wel gegaan zijn. Waarschijnlijk kwamen ze kijken toen het alweer licht was, en hebben ze geen dreigende sferen waar genomen.

Ze hadden erbij moeten zijn. Spannender dan een potje Nederland-Duitsland.