Het is me dus één keer gebeurd. We waren in Sprookjeswonderland, in de speeltuin. Tom ging al zo’n 20 keer achter elkaar van het glijbaantje dat uit een paddenstoel kwam. Hij kon zelf het trapje op klimmen, riep dan wat uit het raampje bovenin de paddenstoel, en gleed dan via het glijbaantje naar beneden. Heerlijk, als ze een beetje zelfstandig worden.
Maar zoals dat meestal gaat bij mijn spontane ideeën om ergens heen te gaan: ik had weer eens niets mee. Geen eten, geen drinken. No problem, er stond een patat kraampje precies náást het paddenstoeltje waar Tom aan het spelen was. Ik vertelde hem, drie keer, dat papa een patatje ging halen, kijk maar, hier naast. Daar sta ik dan. Zie je het? Yep, hij zag het. Jahaa, hij zou hier blijven.
Ik bestelde mijn bestelling, en terwijl ik stond te wachten keek ik als een havik naar het paddenstoeltje. Geen Tom. Ach, die zal wel bovenin uit het raampje aan het roepen zijn, die komt zo vast wel naar beneden. Dit duurde echter steeds langer, waardoor de monsterbestelling van twee patat me even gestolen kon worden. Toch maar eens kijken. Geen Tom.
Niet in paniek raken hoorde ik mezelf denken. Hij zal wel hier in de buurt zijn. Maar waar ik ook keek, geen Tom. Twee minuten later was ik wèl in paniek. Ik liep richting uitgang van de speeltuin en vroeg me af wanneer het tijd is om naar de uitgang van het park te gaan, om er melding van te maken. Wat zouden ze dan eigenlijk doen? vroeg ik me af. Hoe vind je een kind in zo’n groot park? Hoe kon ik toch zo stom zijn. Had ik zelf niet altijd gezegd dat je een kind nooit, nooit, nooit alleen moet laten? Omdat een kind na 10 sec. zonder papa of mama al denkt: wat duurt dat lang! Komen ze nog wel? En weer 10 sec. later gaan ze lopen om papa of mama te zoeken.
Zo heeft Tom ook al eens gezegd dat hij liever in de auto bleef wachten. Zeker weten? Zeker weten. Ok, is mama zo terug. Vijf minuten later was Mijke terug in de auto met een hysterisch kind op de achterbank. Voordeel is dan dat hij vast zit, maar wat moeten de mensen wel niet denken? Doen we dus ook niet meer. Liever een krijsend kind in de supermarkt, dan een hysterisch kind op de achterbank dat op latere leeftijd trauma’s, verlatingsangst, en weet ik wat niet meer heeft.
Zelf was ik ook eens kwijt geraakt in Hoorn, toen ik een jaar of zes was denk ik? Ik was met mijn moeder en oma in de stad, en ineens zag ik ze niet meer. Alleen maar vreemde mensen. Op de 1 of andere manier kwam ik op het politie bureau terecht, dat toen nog in de Nieuwsteeg zat. Het volgende dat ik weet is dat ik ineens weer thuis was, waar mijn vader was, die er wel om kon lachen. Natuurlijk zou er niks gebeuren. Je komt vanzelf wel weer thuis! Begreep ik niks van, hoewel hij wel gelijk had, ik was immers weer thuis. Als ik maar mijn naam zou vertellen aan de agenten, dan kwam het allemaal vanzelf wel weer goed.
Nou goed, ik stond als verstijfd aan de grond in de speeltuin in Enkhuizen. Ik bedacht me dat als ik zelf een kind zou willen pikken, deze plek uiterst geschikt zou zijn. Helemaal van onoplettende ouders, die eigenlijk niet beter verdienen. Moeten ze maar opletten. Al die afleveringen Criminal Minds die ik heb gezien helpen dan ook niet erg mee. Net toen ik me afvroeg of het ongepast zou zijn om keihard te gaan janken, kwam Tom naar me toe rennen. Een vrouw had hem gevonden. Hij was al helemaal bij de ABN Amro bank, inmiddels ook redelijk in paniek. Sja, daar had ik niet gekeken inderdaad. Waarschijnlijk liep hij achter me langs toen ik eten aan het bestellen was.
Ik probeerde zo normaal mogelijk te reageren, bedankte de vrouw en nam Tom in ontvangst. Even bijkomen, onze koude patat eten, en mijn zegeningen tellen. Wat een mazzel had ik. En ik wist: dit gebeurt me nooit meer. Nog voor de patat op was, leek Tom het voorval alweer te zijn vergeten, maar ik voelde me de rest van de dag oliedom.
Nu alles achter de rug is denk ik: gebeurt iedereen dit niet een keer? Misschien in mindere mate, maar iedereen verliest toch wel eens zijn kind, heel even maar, uit het oog? En ze zijn ineens watervlug geworden, terwijl ze een jaar terug nog niet eens knap konden lopen.
Van de week zei ik tegen Mijke dat ik, als het goed is, volgend jaar ook vrij ben op 5 mei. Dat ik ook wel eens, zoals een aantal vrienden van ons, een bevrijdingspop mee zou willen pikken. Wat we met de kinderen doen? Die kunnen toch gewoon mee! Dan zou ik hem wel zo’n doggy tag om doen met onze telefoonnummer erop. En toen dacht ik: wat dacht je van een GPS tracker?
Dus zo kwam ik vandaag ineens uit bij Trax, die er gewoon het meest sexy uit ziet. Beter dan deze, bijvoorbeeld, maar Trax is ook een stuk duurder. Alleen: is dat wel pedagogisch verantwoord? Moet je een kind opvoeden met ‘big papa is watching you’? In eerste instantie zou ik hem alleen bij hem op doen als we naar grote dingen gaan, zoals Sprookjeswonderland, bevrijdingspop, dat soort dingen. Maar eigenlijk zou ik het ook wel fijn vinden als hij een tracker mee heeft als hij straks zelf naar school gaat fietsen. Niet zo zeer om hem te controleren, maar meer als better safe than sorry. Drama’s als bij Ruben en Julian zouden dan eenvoudig voorkomen kunnen worden. Is dat niet priceless? Bovendien: big brother is watching you zal, als hij later groot is, sowieso gebeuren.
Lang verhaal kort: je kind 24/7 (kunnen) volgen met een tracker, wat vinden jullie: yay or nay?